Page 45 - Cooperatief Wonen in Vlaanderen
P. 45

DE BAKSTEEN IN DE MAAG EEN MYTHE ONTKRACHT Vaak is de alom bekende ‘baksteen in de maag’ een olifant in de kamer wanneer we het hebben over nieuwe woonvormen. Die ‘baksteen in de maag’ beschrijft in de volksmond de voorkeur van de Vlaming voor private eigendom, vaak ook gekoppeld aan open bebouwing of zelfs nieuwbouw in het buitengebied. Gezien deze voorkeur zelfs als ‘aangeboren’ wordt gezien, vormt het vaak een struikelblok in of zelfs een dooddoener van het debat over woonvormen die van deze eigendomsvoorkeur afwijken. Aan de ene kant zijn er verschillende redenen om te geloven dat deze ‘baksteen in de maag’ een aangeboren fenomeen is. Zo kent België onmiskenbaar een lange en consistente geschiedenis van particuliere wooneigendom. Zo bestond onze bevolking kort na WOII reeds voor meer dan de helft uit eigenaars. Dit is niet enkel veel sneller dan onze Nederlandse noorderburen, het is bovendien een aandeel waar Duitsland nog steeds niet aan toe is. Vandaag de dag is dan ook een consistente meerderheid van de bevolking (72% in 2018) in Vlaanderen effectief eigenaar van zijn woning (Vanderstraeten et. al., 2019). Een voorkeur die hardnekkig schijnt te blijven. Zo toonde de vijfjaarlijkse Vlaamse Woonsurvey in 2018 dat 52% van de private huurders eigenaar wil worden en dat net niet alle eigenaars, 98%, eigenaar willen blijven, om diverse redenen. Aan de andere kant is het belangrijk om de ‘baksteen in de maag’ enigszins te nuanceren en te motiveren waarom het een steeds minder houdbaar model voor de toekomst vormt. Is de baksteen aangeboren? De voorkeur voor eigendom is niet écht aangeboren. Dit woonideaal is dan ook geen oorzaak maar een gevolg van politieke keuzes. Het eigendomsideaal valt dan ook terug te brengen tot de 19e-eeuwse katholieke en liberale elite, die werd geconfronteerd met drie grote bedreigingen voor hun macht als gevolg van een groeiende industrialisering en verstedelijking. Namelijk, het ontstaan van epidemieën, als gevolg van onhygiënische arbeidershuisvesting die ook de elite konden besmetten, een groeiende secularisering en ten slotte een groei aan opstanden en de opstart van de concurrerende socialistische partij (1885). De tegenreacties leidden vervolgens tot een ruraal en eigendomsgericht woonbeleid dat tot op vandaag haar effecten kent13. Zo werden rurale gronden massaal tot wonen bestemd. Door dit snel stijgende aanbod werd de prijs gedrukt, werd er op grote schaal pendelinfrastructuur voorzien, en vulden subsidies voor zelfbouw en eigendom een groeiende welvaartstaat aan. Daarnaast werd het huren gedemoraliseerd ten opzichte van eigendom, door het toekennen van een extra stem aan eigenaars bij de introductie van de algemeen meervoudige stemplicht voor mannelijke Belgische burgers in 189314. Dit vormt de oorsprong van een stigma dat vandaag nog steeds over huren hangt en kopen motiveert. Deze keuzes moesten vervolgens urbanisering, industrialisering en secularisering omkeren en politieke macht stabiliseren. Kortom, eerder dan aangeboren is de ‘baksteen in de maag’ ‘geglazuurd’ en ‘geserveerd’ door beleid. Is de baksteen chronisch? Hoewel de baksteen niet aangeboren is, zijn er een aantal factoren die het moeilijk maken om bovenstaande politieke trend en de woonvoorkeur die het ondersteunt bij te sturen. Ten eerste maakt de logge materiële aard van een woning dat je ze niet zomaar verplaatst en ze vervangen doen we slechts met gemiddeld 1% van het woningbestand per jaar. Ten tweede leggen de beslissingen uit het verleden een electorale druk op politieke partijen om deze ‘politieke doos van Pandora’ aangaande dit debat niet te openen. Sterker nog, de electorale druk vormt een belangrijke motor van de significante bevoordeling van eigendom in de federale en Vlaamse woonfiscaliteit13. Zo ging in 2013 in Vlaanderen via de Federale en Vlaamse belastings- en subsidieregulering ter waarde van 2.500 miljoen euro dan ook 2.000 miljoen euro of 82% naar eigenaar- bewoners, 319 miljoen euro (16%) naar sociale huurders en nog geen 2% naar private huurders. Ondanks dat bovenstaande factoren een verandering in het woonsysteem bemoeilijken, toont hoofdstuk ‘2.3 België: een woongeschiedenis’ aan dat deze invloedrijke politiekebeslissingenendewoonnoden,woonvoorkeuren en woonvormen die het ondersteunt, ontstaan en uitdoven als gevolg van maatschappelijke uitdagingen en transities. Precaire woonomstandigheden, politieke crises, epidemieën, opstanden en wereldoorlogen hadden allemaal hun aandeel in het opstarten en 2020  45 


































































































   43   44   45   46   47