Page 46 - Cooperatief Wonen in Vlaanderen
P. 46

Cera uitrollen van nieuwe woonvormen en wooninitiatieven die we vandaag als ‘gevestigd’ beschouwen zoals individuele wooneigendom, sociale huisvesting, sociale verhuurkantoren, appartementen, .... Vandaag lijken we een weg in te slaan naar een nieuw ‘kritisch kruispunt’ in de woongeschiedenis. Dat is af te leiden uit de afschaffing van de Vlaamse woonbonus in 2020. De woonbonus - het significante belastingvoordeel voor mensen die een lening aangaan om een woning te kopen - vormde sinds zijn installatie in 2005 dan ook een van de hoofdpijlers van het wooneigendombeleid. Wetenschappelijke conclusies toonden hoe de subsidie enkel vermogende burgers ondersteunde, weinig tot niet voor meer kopers zorgde, prijzen opdreef en sociaal- economische ongelijkheid in de hand werkte. Op basis van deze conclusies werd dit belastingvoordeel dan ook afgeschaft, wat zorgde voor een belangrijke publieke besparing. Met de afschaffing van de woonbonus is vandaag een belangrijke stap gezet. Hoewel de woonbonus niet zorgde voor meer eigenaars maar wel voor duurdere verkoop, zorgt haar afschaffing op niveau van de burger voor een gemiddeld subsidieverlies van 17.000 euro voor alleenstaande kopers en 37.000 euro voor een koppel. Op een beleidsniveau zorgt deze afschaffing voor een belangrijke stap richting een meer neutrale woonfiscaliteit. Op die manier is wooneigendom steeds minder interessant en komen alternatieven op wooneigendom steeds meer in het vizier van burgers en beleidsmakers. Subsidies in verband met wonen voor verschillende actoren (aanslagjaar 2012) voor fiscale uitgave/2013 voor niet-fiscale uitgaven). Coöperatief wonen in Vlaanderen Is de baksteen financieel houdbaar? Een woonvoorkeur is nog geen woning. Waar vandaag nog vele Vlamingen een eigendomsdroom koesteren, wordt het voor velen steeds minder financieel haalbaar. Dat kunnen we aantonen aan de hand van drie fenomenen. Ten eerste moeten ouders en familie steeds vaker de betaalbaarheidskloof tussen de eigendomsdroom en eerste eigendom van jongvolwassenen dichten door middel van substantiële financiële steun. Waar in 2000 slechts 2 op 10 van de jongvolwassenen hierop rekenden, is dat de laatste vijfjaar gemiddeld 6 op 10. Deze financiële steun bestaat uit schenkingen van gronden of woningen (22%), leningen (23%), en schenkingen van sommen geld (68%) die voor 1 op 3 jongvolwassenen oploopt tot 20% van het totale aankoopbedrag (InSites Consulting, 2019. Evolutie woningprijzen, huurprijzen en consumptieprijzen, Vlaams Gewest, 1996 = 100    320,00 300,00 280,00 260,00 240,00 220,00 200,00 180,00 160,00 140,00 120,00 100,0 80,00 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 woningprijzen* huurprijzen* consumptieprijzen huurprijzen WS_GWO*      6op10 jongeren krijgen financiële steun an hun ouders bij aankoop eerste woning v$    TOP 3 vormen financiële steun $ Lening schenking schenking van som geld grond of ouders woning     23% 68% 22%   Bij 1 op 3 financieren de ouders 20% of meer van het totale aankoopbedrag   2.500,00 2.000,00 1.500,00 1.000,00 500,00 0,00                Uitgaven Vlaanderen Fiscale uitgaven Federaal   Bron: Goeyvaerts G., Haffner M., Heylen K., Van den Broeck K., Vastmans F. en Winters S. (2014)16 * niet gecorrigeerd voor kwaliteit ** gecorrigeerd voor kwaliteit Bron: FOD Economie – ADS, Vastmans & de Vries (2012) Bron: InSites Consulting (2019) Ten tweede, zien we steeds vaker symptomen opduiken die duiden op een toenemend aantal ‘noodkopers’. Zo waren in 2013 83.000 eigenaars, ofwel 4% van de eigenaarsmarkt, financieel niet in staat om nodige kwaliteitsverbeteringen door te voeren om te voldoen aan de minimale kwaliteitseisen van de Vlaamse Overheid. Deze groep bestaat overwegend uit werklozen en mensen die arbeidsongeschikt zijn, alleenstaanden en eenoudergezinnen en mensen met een inkomen uit het laagste inkomensquintiel. Ze kampen vervolgens met een impact op de levenskwaliteit en kritische risico’s waaronder een kans op CO-vergiftiging die in 2013 met 39% vier keer zo hoog lag in vergelijking met de totale woningmarkt. 46 eigenaar_bewoners private verhuurders sociale huurder private huurder 


































































































   44   45   46   47   48