Page 44 - Cooperatief Wonen in Vlaanderen
P. 44

Cera huisvesting vinden we minder terug bij de wooncoöperaties in Oostenrijk, Zweden of Nederland, waar een groot aantal woon- coöperaties zijn getransformeerd naar private huisvestingsprojecten. 3. Als derde categorie zien we heel wat kredietcoöperaties ontstaan die leningen verstrekken om sociale woningen te kopen die gebouwd worden door derde partijen. 4. Een vierde categorie omvat de opstart van coöperaties die bestaande woningen opkopen, renoveren en doorverhuren aan huurders met bescheiden inkomens. Deze ontstaan vaak door de clustering van non-profitorganisaties in een wooncoöperatie waarvan zijzelf eerder dan de bewoners de leden zijn. 5. Een vijfde categorievormen de ‘koperscoöperaties’. Binnen sommige van de wooncoöperaties in Brussel is het mogelijk om als vennoot-huurder de door huurwoning te verlaten en een gebruiksrecht van 27 tot en met 99 jaar te verkrijgen van één specifieke woning. Dit vormt een relatief nieuw model waarvan de projecten variëren tussen 6 en 24 eenheden. 6. Ten slotte zijn er de huurderscoöperaties waarvan de meerderheid van de vennoten bestaat uit bewoners. Op basis van een minimaal aantal aandelen aan een vaste prijs bezitten bewoners één stem binnen de Algemene Vergadering van de wooncoöperatie, ongeacht het aantal aandelen die ze bezitten. Deze Algemene Vergadering verkiest vervolgens een bestuur verkiest. Coöperatief wonen in Vlaanderen In Vlaanderen werd de overgrote meerderheid van de wooncoöperaties samengevoegd en omgevormd tot sociale huisvestingsmaatschappijen. Dit maakt deel uit van een schaalvergrotingsoperatie die in de jaren ‘90 accelereert en wooncoöperaties licht dwingt tot het evolueren naar een sociale huisvestingsmaatschappij. Huurders dienen geen aandelen meer te kopen en verliezen zo hun mede-eigenaarschap van de wooncoöperatie, alsook hun stem in de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur. Zij worden vervangen door publieke actoren zoals OCMW’s, gemeenten, enzovoort. Slechts twee wooncoöperaties behielden hun bewoners als aandeelhouders, inclusief de daaraan verbonden participatie. Zo fusioneerde de in 1951 opgerichte Nieuwe Antwerpse Bouwcoöperatieve Vereniging van Huurders in 1994 met de CV Huisvestingsmaatschappij van Vlaanderen uit Gent en wijzigde de naam tot ABC cvba (zie hoofdstuk cases). Via deze fusie voldeden beide aan de vraag om hun schaal te vergroten, maar behielden zij hun coöperatieve werking met 2.090 wooneenheden in 2018. Daarnaast blijft ook de wooncoöperatie De Gelukkige Haard in Oostende en Bredene, met 1.799 wooneenheden, tot op de dag van vandaag behouden. Samen tellen ABC cvba en De Gelukkige Haard 3.889 coöperatieve wooneenheden in Vlaanderen. Tel daarbij de eenheden van de nieuwe wooncoöperaties die in Vlaanderen opkomen zoals Oaktree Projects, Wooncoop en Collectief Goed en je komt vandaag aan ongeveer 4.000 coöperatieve wooneenheden in Vlaanderen - elk met hun eigen specificiteiten (zie 2.4 Cases in Vlaanderen). In Wallonië vormen wooncoöperaties een uitzondering, gelimiteerd tot enkele kleinschalige projecten. In Brussel komen wooncoöperaties voor binnen de sociale huisvestingssector. De huurderscoöperaties waar Alliance Bruxelloise Coopérative, Le Logis- Floréal, Comensia en Everecity omvatten samen 9.203 coöperatieve wooneenheden. In België brengt dit het totaal aantal wooneenheden binnen wooncoöperaties waar bewoners huren en samen de meerderheid van de aandelen bezitten en participeren in hun bestuur op 13.292.  44 


































































































   42   43   44   45   46