Page 65 - Cooperatief Wonen in Vlaanderen
P. 65

Samenstelling en verdeling van het nettovermogen, gemiddelde waarde van activa en passiva in 1.000 EUR, naar vermogensquintiel Erfbaar De helft van de eigenaars en huurders wil eigenaar blijven of worden omdat zij graag een woning willen nalaten aan hun kinderen. Tegelijkertijd wil slechts 16% van de Vlamingen die een woning zouden erven daar daadwerkelijk wonen. Op die manier is deze erfenis van een woning vooral van financiële aard. Binnen een wooncoöperatie is erven evengoed mogelijk en is dit ook van financiële aard. Een vennoot van een (woon)coöperatie die overlijdt, treedt uit van rechtswege en zijn erfgenamen hebben recht op de waarde van zijn aandelen, het scheidingsaandeel. Indien de erfgenamen graag in de woning willen (blijven) wonen, kan dit, afhankelijk van de statuten van de wooncoöperatie. Woon- en levenskwaliteit Ten eerste kiezen burgers steeds vaker voor een sleutel-op-de-deur woningaankoop. Ditzelfde comfort kan geboden worden in een wooncoöperatie die als collectief sterker staat dan een individuele koper in onderhandelingen tussen verbonden economische actoren in bouw en immobiliën. Ten tweede lijken burgers steeds meer bereid om op verschillende manieren bij te dragen aan een meer gedeeld en efficiënt ruimtegebruik. Zo is de helft van de Vlamingen eerder tot zeker bereid om een parkeerruimte of fietsenstalling te delen met andere huishoudens uit de buurt. Voor het delen van een tuin of een deel ervan ligt dit percentage op 27%, voor een wasplaats of berging op 18% en voor een extra keuken of leefruimte op 9%. Hoewel er schijnbaar bereidwilligheid bestaat om heel wat zaken te delen, staan de meest gangbare organisatievormen dat vaak in de weg. Zo organiseert de overgrote meerderheid van de nieuwe woonvormen in een recente steekproef van nieuwe wooninitiatieven in Vlaanderen11 zich op basis van een vereniging van mede- eigenaars (VME). In de basis zijn deze structuren nog steeds gegrond op een individuele eigendom. Dit heeft een sterke invloed op de manier waarover er nagedacht en beslist wordt over collectiviteitswinsten, omwille van financiële gevolgen. Denk aan de conflicten over een dakrenovatie in een klassieke VME van een appartement. In tijden waar een groeiende trend bestaat van de idee dat je niets hoeft te bezitten zolang je er toegang tot hebt,22 worden de schaalvoordelen van gedeeld ruimtegebruik onderdrukt door haar dominante beheersvorm. Niet elke wooncoöperatie hoeft in te zetten op het delen van ruimte. Zo kunnen klassieke rijwoningen of villa’s ook opgenomen worden in een wooncoöperatie. Wanneer men er wel voor kiest om ruimte te delen, biedt de wooncoöperatie echter een beloftevolle structuur om 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 2020   1.200 1.000 800 600 400 200 0 -200 Andere financiële active Aanvullende pensioenen en levensverzekeringen Beursgenoteerde aandelen Obligaties en kasbons Belegginsfondsen Deposito’s Andere reële activa Zelfstandige zaak Andere vastgoed Eigen woonst Hypothecair krediet voor eigen woonst Hypothecair krediet voor ander vastgoed Niet_hypothecair krediet Financiële activa                         Reële activa          Schulden                      I II III IV V HFCS I (2010) I II III IV V HFCS II (2014) Bron: Du Caju (2016), figuur op basis van HFCS 2010 en 201420 Daarnaast tonen cijfers aan dat slechts 37% van de eigenaars woningeigendom daadwerkelijk als de meest voordelige vorm van sparen vinden. 36% van de eigenaars geeft aan dat de ‘eigendomsnorm’ in belangrijke of matige wijze hun keuze voor eigenaarschap kan verklaren (Vanderstraeten & Heylen, 2019). De gedetailleerde simulaties van Ernst & Young als onderdeel van de grondige studie ‘De Hybride Woningmarkt: Verenigt Huur met Eigendom’21, uitgevoerd door Peter Van Cleemput en Dieter Somers in opdracht van IGEMO’, samengevat in onderstaande grafiek, tonen daarentegen aan dat: • vermogensopbouw voor bewoners van een wooncoöperatie na ruwweg 40 jaar bewoning even groot is als die van een eigenaar. Hoe dit vermogen wordt opgebouwd wordt verder beschreven onder het deelhoofdstuk betaalbaarheid; • vermogensopbouw voor een groter aandeel van de bevolking haalbaar is binnen een wooncooperatie. Dit is zo omdat het nodige opstartkapitaal, aangegeven door de gecumuleerde kasstroom, in de eerste 30 jaar significant hoger is voor eigenaars dan voor huurders en vennoten van een wooncoöperatie die dit opstartkapitaal niet verzameld krijgen. Samenstelling en verdeling van het nettovermogen, gemiddelde waarde van activa en passiva in 1.000 EUR, naar vermogensquintiel                                 Hybride woonconcept Gecumuleerde kasstroom - hybride Klassieke huurconcept Gecumuleerde kasstroom - huur Klassieke eigendomsconcept Gecumuleerde kasstroom - eigendom       Van Cleemput & Somers (2014)21 65 EUR 1/jan/15 1/jan/18 1/jan/21 1/jan/24 1/jan/27 1/jan/30 1/jan/33 1/jan/36 1/jan/39 1/jan/42 1/jan/45 1/jan/48 1/jan/51 1/jan/54 1/jan/57 1/jan/60 1/jan/63 1/jan/66 1/jan/69 1/jan/72 1/jan/75 1/jan/78 1/jan/81 1/jan/84 1/jan/87 


































































































   63   64   65   66   67