Page 64 - Cooperatief Wonen in Vlaanderen
P. 64

Cera 3.1 BURGER Een eerste actor is uiteraard de burger. Waar de kloof tussen kopen en huren steeds groter wordt, overstijgt de wooncoöperatie deze tegenstelling en combineert het de voordelen van beide. Ten eerste bespreken we hoe de effectieve redenen waarom mensen voor kopen of huren kiezen, zoals gemeten in de Vlaamse Woonsurvey van 201819, even goed of beter worden opgevangen door de wooncoöperatie. Dat doen we eerst voor de koop- en de huurmarkt. Ten tweede koppelen we deze voordelen van de wooncoöperatie aan meer specifieke doelgroepen onder kopers en huurders. Ten derde bespreken we wanneer, waarom en voor wie de wooncoöperatie geen evidente of gewenste keuze vormt.peratie geen evidente of gewenste keuze vormt De voordelen van wooneigendom in een woon- coöperatie Woonzekerheid De zekerheid hebben om niet te moeten verhuizen vormt een primaire reden om eigenaar te blijven voor de 86% van de eigenaars in Vlaanderen in 2018. Slechts 37% van de huurders is zeer zeker dat zij kunnen blijven huren waar zij nu wonen. Bovendien is 30% van de huurovereenkomsten van korte duur. Desondanks is woningbezit niet de enige manier om woonzekerheid te garanderen. De wooncoöperatie biedt namelijk ook woonzekerheid aan haar bewoners. Na het kopen van aandelen van een coöperatie bezitten burgers een woonrecht. Eerder dan eigenaarschap over een woning binnen de coöperatie hebben burgers het recht om te blijven huren in het volledige beschikbare patrimonium van de wooncoöperatie. Tegelijkertijd laten statuten van de wooncoöperatie haar bestuur doorgaans toe om bewoners uit te zetten bij consequente wanbetaling of bij overtreding van huisregels. Beslissingsrecht Driekwart van de huurders en kopers willen eigenaar worden of blijven omdat zij hun woning willen afwerken en inrichten naar hun eigen voorkeuren. Als vennoot van een wooncoöperatie krijgen bewoners idealiter één stem in de Algemene Vergadering van de wooncoöperatie, ongeacht het aantal aandelen dat 64 Coöperatief wonen in Vlaanderen  zij bezitten. Dit geeft hen inspraak in het beheer van de coöperatie. Via de Algemene Vergadering krijgen bewoners de kans om ook aanpassingen op niveau van de individuele woningen voor te stellen. Wooncoöperaties die rekenen op weinig of geen mobiliteit van haar bewoners binnen of buiten hun patrimonium kunnen ervoor kiezen om de bewoners erg vrij te laten om zelf keuzes te maken wat inrichting betreft. Wooncoöperaties die op een grotere woonmobiliteit van hun bewoners rekenen, opteren dan weer beter voor een zo flexibel mogelijke inrichting, waar bewoners niet te veel zelf aan mogen veranderen, met het oog op toekomstige bewoners. Kapitaalopbouw Maar liefst 88% van de eigenaars en 75% van de huurders geeft aan dat de leuze ‘huren staat gelijk aan geld wegsmijten’ in grote mate hun voorkeur bepaalt om eigenaar te blijven of te worden. Woonbezit als strategie om te sparen wordt echter voor steeds meer mensen onbereikbaar. Zo bevestigt de volgende grafiek dat, aan de ene kant, een eigen woonst gemiddeld 80% van het vermogen van de 80% middelste inkomens uitmaakt. Aan de andere kant toont diezelfde grafiek dat een eigen woonst ‘slechts’ een derde van de hoogste 20% inkomens uitmaakt en de laagste 20% inkomens zo goed als geen vermogen in eigendom bezitten. Wanneer we deze huidige cijfers combineren met de dalende trend in het aantal eigenaars onder de 40% laagste inkomens20 plus 28% van de bevolking dat vandaag al huurt, zien we ook hier de kloof tussen voorkeur en realisatie groter worden en een ongelijkheid in de hand werken. 


































































































   62   63   64   65   66