Page 25 - Cooperatief Wonen in Vlaanderen
P. 25

Deze experimenten en filosofie vormden een belangrijke basis voor de recente innovatieve projecten als Kalkbreite en Hunziker Areal (zie foto’s op de volgende pagina’s), die vandaag worden bewonderd door een mainstream publiek. Vertrouwen Het einde van de vastgoedcrisis werd in 1998 ingeluid met de verkiezingwinnende slogan ’10.000 nieuwe flats in 10 jaar’. Deze ambitie, het bouwen van 10.000 nieuwe flats in 10 jaar, was sterk gefocust op de gezinsmarkt, waarvoor het woningaanbod de jaren ervoor sterk achteruitging. Door deze bijkomende gezinshuisvesting, overtrof het geboortecijfer snel het sterftecijfer in de stad, wat een gezondere taksbalans tot gevolg had. In 2011 werd deze ambitie versterkt nadat drie kwart van de bevolking JA stemde op het referendum om het aandeel aan non-profit woningen, waarvan wooncoöperaties het grootste aandeel uitmaken, op te trekken van 25% naar 33% tegen 2025. Dit getuigt dan ook van een sterke gedragenheid van het model door haar bevolking, wat dan weer zijn effect heeft op de acties van de politici. 2.000-Watt society en de ecologische wooncoöperatie De nieuwe wooncoöperaties leggen de lat erg hoog op ecologisch niveau. Ten eerste willen wooncoöperaties via hun infrastructuur bijdragen aan de doelstelling van de stad Zürich om slechts 2.000 watt (2kWh per uur of 48 kWh per dag) per persoon te verbruiken tegen 2050. Daarnaast stemde de stad ermee in om parkeerplaatsen in vele projecten te limiteren tot bezoekersparkings, wat de kost van deze projecten sterk vermindert. Vervangbouw Vandaag is de grondenbank zo goed als uitgeput. Stadsontwikkeling in Zürich is vandaag zo goed als synoniem voor vervangbouw. Ook wordt er steeds meer gekeken naar minder evidente sites, zoals tramstelplaatsen of industriële terreinen. Tevens zijn dit dure sites, omdat het aanbod sowieso heel beperkt is en omdat het steeds minder om publieke sites gaat. In een nieuwe strategie herbestemt de stad zones waar wonen onmogelijk was, in ruil voor het akkoord om non-profit woningen, waaronder wooncoöperaties, te realiseren op een deel van deze gronden. Ook laat de stad vaak toe om hoger te bouwen om de rendabiliteit van deze vervangbouw te vergroten. Toch zijn deze vervangbouwprojecten voor vele critici niet ambitieus genoeg. Ten eerste verstoten ze meer precaire bewoners die het vervangproject soms niet meer kunnen betalen. Ten tweede wordt er sterk vastgehouden aan oude grondplannen die geen of te weinig ruimte bieden aan commerciële of werkruimtes, wat een stedelijke mix afremt. Ten derde is er vaak slechts een beperkte groei in het aantal bewoners, hoewel de vraag naar woningen sterk stijgt. Bovendien krijgen singles en migranten het steeds moeilijker in de markt die nu sterk gedomineerd wordt door gezinswoningen. Ten vierde, wanneer een project toch uitbreidt, komt het groen rond de projecten steeds meer onder druk. Conclusie De 100-jarige geschiedenis van wooncoöperaties in Zürich toont hoe wooncoöperaties uitgroeiden van een antwoord op de industrialisering en urbanisering tot een antwoord op hedendaagse stedelijke uitdagingen. Eerder dan een mentaliteit vormden bewuste politieke keuzes en steunmaatregelen, zoals het aankopen en pachten van gronden, het voorzien van leningen en het organiseren van architectuurwedstrijden, de sleutels voor haar opstart en opschaling. Hoewel deze niet zomaar te kopiëren vallen, zijn deze lessen ook niet extreem case-specifiek. Ze vormen bouwstenen die perfect vertaald en ingeschoven kunnen worden in andere woonlandschappen, zoals Vlaanderen. 2020  25 


































































































   23   24   25   26   27